Het wordt warmer op La Palma. Sinds een week of twee is het zomer en komt ook in de relatief hoog gelegen dorpskern van Puntagorda de temperatuur dagelijks ruim boven de twintig graden uit. Het is zonnig. Het is droog. Heerlijk zomers weer. Maar niet echt ideaal voor kleine, kwetsbare, opkomende kruidenplantjes of struikenstekjes in een bak vol rode aarde, die de hele dag in de felle zon en de warme wind staat te branden en te roosteren. Twee weken geleden heb ik de inhoud van de twee kruidenbakken daarom geëvacueerd naar een schaduwrijke plek in onze tuin. Het was toch tijd om de rijtjes opkomend groen uit te dunnen.
Aan de voorzijde van het Boedhahuis is in de uiterste hoek van de tuin een klein zithoekje gemaakt onder een schaduwrijke boom. Ik denk dat dit terrasje vroeger bedoeld was om de zonsondergang te kunnen bekijken. Helaas staat er tegenwoordig een nieuw gebouwd huis tussen het terrasje en de oceaan in en kijk je vanaf het plaatsje uit op hekken en muren. Jammer, maar niets aan te doen. Het lege terras leek me echter de ideale plek voor het opzetten van ‘de kwekerij’. Het ligt beschut voor de wind en er valt alleen in de vroege ochtend en in de avond direct zonlicht op de grond.
Inmiddels zijn de koriander, de peterselie, de munt en de tomatenplantjes verplaatst vanuit de grote met rood aarde gevulde bakken in de achtertuin naar kleine kweekpotjes, gevuld met een mengsel van die zelfde rode grond en potgrond, naar de nieuwe kweekhoek in de voortuin. Dat zag er twee weken geleden ongeveer zó uit.
De kruidenbakjes zijn aangevuld met stekken die ik heb gemaakt van oleanderstruiken en van de grote bouganvillestruik bij de ingang van ons huis staat. Ook heb ik geprobeerd om op vrij grote schaal (30 stuks) stekken te maken van sommige rozenstruiken uit de tuin van het Boeddhahuis, ook al weet ik wel dat je rozen moet vermeerderen via de wortels of door te enten. Als je niks probeert, vind je ook nooit iets nieuws uit.
In de tuin van ons huurhuis staan mooie rozenstruiken. Wij denken erover om onze finca aan de ‘straatkant’ te zijner tijd op een oogvriendelijke manier af te sluiten voor de boze buitenwereld met een bescheiden hek, een haag van oleanderstruiken en daarvoor lagere rozenstruiken, ongeveer zoals deze hieronder. Een experiment is dus op zijn plaats, want we zullen een hoop van die struiken en planten nodig hebben. Wat je zelf kunt opkweken hoef je straks niet te kopen.
Deze kamerplant, Lepelplant of Spathiphyllum (volgens Wikipedia), groeit buiten onder de schaduwboom. Ik heb er drie stekken van gemaakt, op de manier waarop ik dat als lagere schoolkind deed: een blad afknippen, paar dagen in een glas water zetten en dan in de grond. Inmiddels heb ik gelezen dat ook deze planten eigenlijk door middel van het scheuren van wortels moeten worden vermeerderd, maar twee weken later leven twee van de drie stekken nog. Er is dus hoop.. Deze planten willen we graag in potten buiten op de veranda zetten, als het ooit zo ver komt.
Mijn groenevingerwijsheid bestond in Nederland vooral uit het kopen van planten en bloemen en deze vervolgens goed te verzorgen. Dat moet hier op La Palma anders. Er moet worden gestekt en opgekweekt, en hoe dat precies in zijn werk gaat moet ik nog leren. Er zijn hier hele andere planten en bloemen in de aanbieding. De keuze voor het kopen van planten of bloemen is veel beperkter en op sommige adressen schreeuwend duur, prijspeil waar de intratuin zich voor zou schamen. Maar vooral: Er is ruimte en een goed klimaat om in het wilde weg gewoon wat te experimenteren. Daarbij maak ik gebruik van de wijsheid uit dit boek, dat in Nederland al heel lang ongebruikt in de kast lag.
Leren en Experimenteren dus. En hoe! Vorige week rond deze tijd zonk de moed me een beetje in de schoenen, elke avond als ik naar de kweekhoek liep om de plantjes water te geven. Alles leek te verpieteren en dood te gaan. Ik noemde het de Sterfhoek. En gestorven is er. De selderij, de munt en de rozenstekken hebben het experiment niet overleefd. Maar een groot deel van de tomatenplanten doet het uitstekend, een week later. En ook de overgepotte koriander staat er redelijk goed bij. Voor de fincaplannen is het goed nieuws dat het er naar uitziet dat ook de oleander en de bougainville zich lijkt te laten stekken. Al het andere (qumkwats, rozen, selderij, munt) is hopeloos aan het mislukken. Ik geef het nog een paar dagen.
In juni moeten we weer een week naar Nederland. Dat wordt een kritische week voor het spul. Dagelijks water geven is dan niet mogelijk. Daarna maar weer verder kijken en zien waar het experiment moet worden bijgesteld en waar het succesvol genoeg is om door te gaan. In elk geval leuke materie om mee bezig te zijn.
Overigens hebben wij vorige week in tussen Los Llanos en El Paso, op de weg naar de Caldeira de Taburiente, een adres gevonden waar we redelijk goedkoop terecht zouden kunnen als we op grote schaal tuinplanten zouden moeten aanschaffen. De kwekerij heet Katyflor. We kochten daar op verzoek van de eigenaresse van het huurhuis wat planten voor in de lekke vijver achter het huis. Daar moeten we nog eens goed rond gaan kijken. Ook hebben we op de mercadillo van Puntagorda vorige week zaterdag gesproken met een Nederlandse man die daar plantjes verkoopt. Binnenkort gaan we ook bij hem langs om in zijn tuin te kijken wat hij voor ons in de aanbieding zou kunnen hebben.