Het is al weer even geleden, maar het voelde weer erg goed om aan te komen op ons eiland. Elke keer wordt het verblijf hier op La Palma steeds minder ‘vakantie’ en steeds meer ‘normaal’. De wereld hier wordt langszaam vertrouwd voor ons, zonder gewoon te worden. Daar worden we alle2 blij van. Al was het alleen maar omdat we bij aankomst op het vliegveld inmiddels bekende gezichten zijn voor de autoverhuurders van Oasis en in no time in onze huurauto het vliegveld kunnen verlaten. We voelen ons hier allebei ‘vrij’. En blij ook.
Iedere keer als we hier komen, leren we weer nieuwe mensen kennen. Dat is leuk en het gaat vreemd genoeg bijna vanzelf. De wereld in Puntagorda is erg internationaal georienteerd; er wonen hier mensen uit allerlei windstreken. In zo’n omgeving voelen Ruud en ik ons wel prettig.
De realisatie van de plannen met de finca komt stapje voor stapje, maar ontegenzeggelijk, dichterbij. We hebben straks de keuze uit minimaal twee aannemers waarin we vertrouwen hebben. Die aannemers zijn ook beschikbaar om volgend voorjaar te beginnen met de bouw. Iets dat momenteel niet helemaal meer vanzelfsprekend is op het eiland. De financiering die we nodig hebben voor onze plannen komt nu echt wel in orde, hebben we vorige week vernomen van onze bank. Het afgeven van de vergunningen verloopt trager dan we in juni nog dachten; Onze aanvraag blijkt op onderdelen nu TOCH ook nog langs twee departementen van de Cabildo, de eilandregering, te moeten voor een stempel. Verandering van regelgeving. De regels op La Palma veranderen altijd en steeds weer. Verandering is de constante.
De gemeente Puntagorda heeft alle bouwplannen al goed gekeurd. De bevestiging hiervan op papier hebben we echter nog niet ontvangen. We liggen met alles nog steeds ruim voor op ons eigen schema, en maken ons daarom geen zorgen. Vamos a ver. Alles komt goed. Uiteindelijk. Tot nog toe.
Bij aankomst op onze finca troffen we een vondeling aan, verscholen onder een mandarijnenboom.
Kakin heeft beloofd dat hij deze palmboombaby NIET de nek gaat omdraaien, zoals hij eerder wel deed met palmboombabies. Palmboombabies drinken veel water en water is schaars en bedoeld voor de fruitbomen. Palmboombabies hebben in een fruitboomgaard daarom geen recht van leven volgens de logica van Kakin, en men moet hen elimineren. Ruud en ik hebben echter andere plannen. In het voorjaar kunnen we het boompje met redelijke kans op succes uitgraven en verplaatsen naar een ereplaats op ons toekomstige terras. Es gratis. Aan komen waaien. Meegekomen met de geitenmest voor de fruitbomen.
Eergisteren troffen we twintig meter verderop, onder een andere boom, een nog kleiner broertje aan. Het is nog even afwachten of ook deze palmboombaby het gaat redden. Ruud en ik stemmen vóór. Twee palmbomen is altijd leuker dan één.