Op zondagen wandelen we tegenwoordig in plaats van dat we klussen doen op de finca. Daar moeten we mentaal wel een beetje ons best voor doen, want er is altijd wel werk te doen in de boomgaard. Maar 1x per week een vrije dag, dat is een dag zonder werk, is nodig, vinden we.
Afgelopen zondag liepen we in Het-Bos-Dat-Geluk-Had. We liepen onze vaste boswandeling boven Puntagorda, op de grens tussen onze gemeente en de gemeente Garaffía. Tijdens de bosbrand van ruim twee weken geleden werd juist dit gebied ernstig bedreigd. Maar de bedreigende harde noordoosten wind die voorspeld was, kwam niet en draaide op een gegeven moment zelfs de andere kant op. Het-Bos-Dat-Geluk-Had, staat er daardoor nog, en daar zijn we blij mee.
Ook hier op La Palma gaat de zomer langzaam over in iets dat op nazomer lijkt. Het landschap is gortdroog, en wacht op herfstregens die pas over een maand of twee worden verwacht, op z’n vroegst. Het eiland kan wel een keer een flink natte winter gebruiken. De hoeveelheid dennennaalden op de grond van het bos groeit weer. Je loopt weer over een nieuwe naaldenlaag, zacht onder je schoenen, maar verraderlijk glad als de weg je over steile hellingen naar beneden voert. De temperaturen zijn nog steeds zomers en vooral in de avond en nacht wil het op het moment maar niet echt afkoelen. Zo kennen Ruud en ik La Palma niet. De nachten zijn meestal fijn koel, hier.
Op de heenweg wandelden we met de honden door het dennenbos. Auke en Sanne deden alle hellingen minstens vier keer vaker dan wij. Voor Sanne is er niets leuker dan dat je je roekeloos over de rand van een boshelling stort en dat je dan kijkt waar je uitkomt en tot stilstand kunt komen. Dat is soms wel veertig meter verder naar beneden! Sanne is een echte meesteres in dit spelletje. Zij werpt zichzelf met ware doodsverachting de diepte in. Zonder brokken te maken. Sanne is een behendig hondje. Auke weet niets beter te doen dan haar te volgen. Hij ontdekt vervolgens steeds weer opnieuw dat Sanne een neus voor leuke spelletjes heeft. Maar op enig moment volgt steevast ook het vergeten inzicht dat de terugweg omhoog naar het begin van de afdaling voor hem met zijn grote lichaam een stuk lastiger is dan voor de behendige en perfect uitgelijnde hellingkampioene. Dan worstelt hij zich op spierkracht en op wilskracht door de laag van dennennaalden heen, totdat ook hij weer boven is. Fenna doet het intussen allemaal wat rustiger aan. De vrolijke tijden van rennen en rond razen zijn voorbij in haar leven. Ze snuffelt nu. Maar ook aandachtig snuffelen in het bos, heeft zo z’n charmes voor een gezond nieuwsgierige hond van gevorderde leeftijd.
Op de terugweg liepen we over de asfaltweg die kennelijk ooit door het Cabildo is aangelegd, en daarom de Pista del Cabildo heet; de CollegeVanBurgemeesterEnWethoudersWeg, vertaald naar een Nederlandse kontekst. Je moet er maar op komen, op zo’n naam. Maar de Pista del Cabildo is een prachtig asfaltweggetje dat zich tussen de wijngaarden door slingert, met mooie vergezichten over bosrijke heuvels en de zee. Een weg vrijwel zonder autoverkeer. Een hele mooie wandel- of mountainbikeweg, dus. Goed gedaan Cabildo!
We ontdekten een nieuwe terugweg naar het beginpunt van onze wandeling, met een veel minder steile klim op het einde van de route. De lijnwandeling die we altijd volgden, wordt met deze kleine omweg een soort van luswandeling.
Op het eind van de wandeling passeerden we de bovenloop van de Barranco de Izcagua, die de gemeenten Puntagorda en Garafía van elkaar scheidt. Op de plaats waar we begonnen en eindigden liepen we bij wijze van ’toetje’ nog tegen een prachtig uitzicht over de druivenvelden en de oceaan aan, terwijl de zon zich langzaam klaar maakte voor zijn dagelijkse ondergang.
Zo beleefden we weer een hele leuke wandelzondagnamiddag, in het bos en tussen de druiven, ergens op een piepklein eilandje, midden in de weidse wateren van de onmetelijk grote Atlantische Oceaan. 🙂