Ruud was jarig. Vorige week vrijdag al. Meestal vieren we elkaars verjaardagen met voor alle2 een vrije dag en een lange wandeling op de dag zelf. En na afloop ergens iets lekkers eten. Dat deden we in Nederland al zo. En ook nu we op La Palma wonen, doen we dat op die manier. Maar. Nu we al meer dan een jaar op ons Gedroomde Eiland wonen, wordt het leven soms weer een beetje zoals het vroeger was: te druk voor leuke dingen. Ruud had zijn handen vol aan finca-stuff dat hij klaar moest zien te krijgen tussen de wandelgidsdagen en de stargazingavonden door. Dood hout uit citrusbomen snoeien. Een geautomatiseerd bewateringssysteem aanleggen. Dat soort werk. Ik had ook wel het één en ander om handen. Mijn werk bestaat kort gezegd hoofdzakelijk uit het tellen van geld. En dat kan op zoveel verschillende manieren dat je er nooit mee klaar bent. Kortom: geen lange wandeling op Ruud’s verjaardag, deze keer. We hadden er de tijd niet voor. En eigenlijk ook de puf niet. Alletwee een 5 in onze leeftijd. Dan krijg je dat. Maar we hadden wél een vrije namiddag en avond.
We reden aan het einde van de middag vanuit Puntagorda naar het strandje van Los Guirres. Het kiezelstrand ligt even ten noorden van Porto Naos, aan de westkust van het eiland. Je rijdt vanuit Porto Naos over een verwaarloosde asfaltweg door een niemandsland van bananenplantages. En opeens ben je er dan: je rijdt een goed verzorgde parkeerplaats op en dan ben je bij Los Guirres. Een prettig welkomstbord geeft meteen al een gevoel van vrijheid, van ’thuiskomen’, zal ik maar zeggen. ‘Dat moet anders!’, is onze boodschap aan de plaatselijke ‘strandmanager’.
Los Guirres is geen viersterren toeristische trekpleister. Maar voor Ruud en mij wél een leuke plek. Er is een mooi kiezelstrand. Er is een leuke, vrij grote kiosko, met een mooi open terras pal aan de zee. Daar kan je best een middagje in de zon doorbrengen met één of meer glazen wijn op tafel. Of tegen het vallen van de avond lekker eten op een prachtige plek.
We waren voor het eerst hier. Ruud had in El Apuron, dat is een lokaal digitaal krantje, gelezen over een wandelpad dat pal langs de kust is aangelegd tussen de kiosko en het grote Sol-Hotel dat aan de andere kant van Porto Naos ligt. Dát wilde hij wel eens zien. Er ligt inderdaad een mooi, nieuw wandelpad. Alleen. Ter hoogte van de vuurtoren is het pad alweer weggeslagen door de golven van de oceaan. Even klauteren. Of even omlopen over kleine asfaltweggetjes tussen de bananenplantages die samen een doolhof van jewelste vormen als je geen wandelapp op je mobiele telefoon bij je hebt.
Wij vinden het altijd wel leuk om een beetje rond te struinen. Weinig mensen. Rust. Oceaan. Wel strak naar het westen blijven kijken. Want dan sta je met je rug naar één van de lelijkste stukken van het eiland. Bananenplantages zijn één ding. Maar verlaten Banananplantages zijn ongeveer wel de allerlelijkste objecten die er op La Palma te zien zijn.
Wij negeerden de lelijkheid van het landschap achter ons. We negeerden ook het terras van de kiosko. Komt een andere keer wel. Wij keken uit over de oceaan. En zagen de zon weer eens onder gaan.
Op de terugweg naar Puntagorda maakten we in El Jesus een tussenstop bij ‘De Belg’. Lekker gegeten. Na afloop zo’n overheerlijke barrequito. Een verjaardag kan heel leuk zijn zonder spectaculaire dingen te doen.
Porto Naos en het grote Sol Hotel roept bij mij mooie herinneringen op.
Prachtige duiken gemaakt met roggen en inderdaad veel bananen achter het hotel.