Het is veel werk, zo’n Canarisch dak. In de anderhalve week die voorbij ging, sinds de vorige publicatie van ‘bouwvoortgangsfoto’s’ op het blog, lijkt er niet heel erg veel voortgang te zijn geboekt. Maar er is toch wel degelijk flink doorgewerkt. Dagelijks met drie man. En af en toe een timmerman..
Jorge, Jaime en Tomás legden het isolatiemateriaal en de uralita’s op het dak. Daar hadden ze maar een dag voor nodig.
Maar daarna begon het priegelwerk, de dakpannen. De aanbouw van het grote huis krijgt een traditionele dubbele dakpannenrij. Het bestaande deel van het grote huis heeft zo’n dubbele rij namelijk ook en de beide delen moeten straks een eenheid gaan vormen. Zo’n dubbele dakpannenrij is ambachtelijk werk, een precisieklus. Er wordt gewerkt met mallen, waarin cement wordt gestort over de onderste rij dakpannen heen. Die mallen zijn nog zwaar om te tillen ook. Het is pannetje voor pannetje passen en meten. Met name Jorge heeft echt plezier in deze klus. Hij kan er zijn vakmanschap in kwijt. Het is inmiddels ook tot hem door gedrongen hoe we de patio in ons ontwerp hebben bedacht. Hij vindt het wel een mooi ontwerp en lijkt er echt schik in te krijgen om alles zo fraai mogelijk vorm te gaan geven.
Daar hebben wij, simpele opdrachtgevers, soms bar weinig inspraak in. Wij hebben immers geen verstand van ‘Canarische Traditie’. De bogen van onze patio? Die kunnen volgens Jorge en Óscar maar op één manier. Het moet een ‘Carpanelboog’ worden. Zo hoort het. Al het andere is niet mooi. ‘No. Es feo’, kreeg Ruud op besliste toon te horen op ons voorgestelde ontwerp van de bogen. ‘Nee, dat is lelijk’. ‘We doen het anders’. Ook Palmero’s kunnen soms heel direct zijn, hoewel we dat nog niet vaak hebben mee gemaakt. Die eigenschap van Óscar en Jorge kunnen we erg waarderen. Het praat een stuk gemakkelijker als de ander gewoon zegt wat hij er van denkt.
Het wordt dus een Carpanelboog. Fernando gaat de mallen maken. We zullen het scherp in de gaten gaan houden. Onderstaande schets kregen we via de whatsapp van Óscar.
Inmiddels weten we waarom de meeste Duitse inwoners van dit eiland van die enorme hekken rondom hun huizen plaatsen. Dat is om andere Duitsers buiten de deur te houden. Ruud en ik worden er helemaal moe van soms. Lopen we even fijn over ons nog hekloze terreintje te bekijken en te overleggen hoe alles gaat en hoe we alles wat gebeuren moet gedaan zouden willen krijgen; komt er weer een duitstalige buurman over de vloer die ongevraagd uitgebreid de tijd neemt om zijn mening en ongevraagde adviezen over ons uit te storten. En het deugt vrijwel nooit, wat de Duitse ogen zien. Ik dacht altijd dat wij Nederlanders, zo’n betweterig volkje waren. Inmiddels weet ik waar het échte gidsland ligt. Wij willen ook zo’n hek. En we gaan onze honden op engeburenhappencursus sturen, als we op onze finca wonen. Dat wordt overigens nog een hele klus.
Langzaam maar zeker komt de datum dichterbij waarop Ruud en ik echt werk moeten gaan maken van de inrichting van het eerste huis. Afgelopen week deden we een grote investering. De Ikea van Tenerife had een superaanbieding, waarin keukenapparatuur en badkamermeubiliair met een korting van 15% de deur uitging. Vijftien procent van ‘veel’ is ‘best veel’. Die aanbieding op dit tijdstip konden we niet laten lopen. Wij hebben dus keukenapparatuur gekocht. En badkamermeubilair. Voor twee van de drie huizen. Tot dat we alles kunnen plaatsen, gaan we stapelen in ons Boeddhahuis. Ruimte genoeg.
Hieronder zie je onze keukenontwerpen. De bovenste afbeelding toont het ontwerp voor de keuken van het grote huis. Daaronder staat het ontwerp voor de kleine huizen.
En in alle huizen komt dít badkamermeubel te staan.
De binnenkozijnen voor de ramen zijn gearriveerd. Ruud laat hieronder zien wat de omvang van onze ramen gaat worden.
Heel geleidelijk ook moeten we ons druk gaan maken over de kleur die we aan de buitenmuren van de huizen gaan geven. Dat is een moeilijke beslissing. Op La Palma kan je met de kleur van je huis alle kanten op. Geen kleur is te gek. Alle kleuren van de regenboog zijn in gebruik.
Ruud en ik weten inmiddels door onze ervaringen in ons huurhuis dat we de buitenmuren niet ‘gewoon’ wit moeten maken. Het Boeddhahuis heeft witte buitenmuren. En hoewel we dat eigenlijk best mooi vinden worden we soms helemaal gestoord van die kleur als de zon er op schijnt. Dan hebben we sneeuwbrillen nodig. Het wit-in-de-felle-zomerzon schittert alle kanten op. Da’s niet prettig. Er moet een kleurtje in, om het zonlicht te verzachten voor de ogen. Maar welke kleur?
Iets geels?
Of iets groen-geels?
Of iets met oranje?
Of een kleurenteint vanuit het roze?
Terwijl we dit alles aan het doen en aan het overdenken zijn, staat de bouw van het tweede huis in ‘pauzestand’. Met Óscar hebben we afgesproken dat eerst het grote huis wordt afgebouwd, zodat we de huur van het Boeddhahuis kunnen opzeggen. Er is tijd genoeg voor het tweede huis (en het derde huis). We verwachten echt dat het nog wel een vol jaar duurt voordat er weer iets van een toeristenstroom richting Canarische Eilanden op gang gaat komen. Voorlopig is het nog steeds zo dat het niet-residenten niet is toegestaan om per vliegtuig (of op een andere manier) naar Spanje af te reizen. Je komt het land niet in. Als Ruud of ik onverhoopt terug moeten reizen naar Nederland (wat met twee overstappen vanuit La Palma weer mogelijk is), kunnen we niet terug. Want wij zijn geen residenten in Spanje. En dat willen we voorlopig nog niet worden ook. Het blijft lastig, in twee landen willen wonen in het tijdperk van Corona. Zelfs als die twee landen in één Europese Unie liggen. Dat hadden we van te voren zo niet bedacht, natuurlijk. We zullen zien hoe het verder gaat.
Wat betreft die kleuren: Ruud en ik neigen op dit moment naar iets in het spectrum van ‘oranje’. En dan een lichte kleur. Dat ziet er rond zonsondergang ongeveer zó uit:
Of zó, als we nog meer richting ‘wit’ gaan in onze keuze.
Er is nog een hoop om over na te denken.
Ik vind de kleur van het onderste plaatje mooier maar Danny die erboven. Met ons schiet je dus niks op 🙂
Hier hetzelfde eigenlijk. We hebben nog even, voordat we moeten kiezen.
Die kleuren kwestie lijkt vrij duidelijk: één huis rood, één huis wit en eentje blauw
Meteen een mooi statement naar de Duitse medemens
En dan vernoemen we de drie huizen naar de drie prinsesjes? ‘Getverdemme’, zou mijn moeder zeggen..
Pa en ik vinden de bovenste kleur warmer.
De keus van Danny.
Inclusief de stemmen die per facetime zijn uitgebracht, hebben we nu al vier stemmen voor ‘oranje2’ tegen slechts één stem voor ‘oranje1’.
Wij vinden oranje 3 (plaatje linksonder) mooi bij de dakpannen passen. Om maar een duit in het zakje te doen.
De voorlopige conclusie van de uitkomst van deze spontane ‘peiling’ is dat Ruud en ik in elk geval iets met ‘oranje’ moeten gaan kiezen..