Dinsdagochtend vertrokken Ruud en ik naar Nederland. Gisteren (vrijdag) ochtend landden we alweer op het vliegveld van La Palma, zittend in de eerste vlucht die vertrok vanaf Schiphol, langs de befaamde randen van de nacht. Diep in de nacht van donderdag op vrijdag dus al opstaan. Transaviatijden. Een extreem kort verblijf in het vaderland. Met als motto de reclameslogan ‘het waren twee fantastische dagen’. Voor mij voelde het ongeveer zo. Maar dan zonder stropdas, want die draag ik niet.
De redenen van ons flitsbezoek waren werkgerelateerd. Ik moest voor een klant in Nederland een aantal dingen doen, waarbij mijn fysieke aanwezigheid vereist was. Soms is dat niet te vermijden. Het lukte ons om alles succesvol af te ronden. Kroon op voorbereidend werk van enkele maanden. Erg tevreden dus. Maar wel erg intensief en energie vretend. Natuurlijk kwam er nog eens van alles tussendoor, waardoor de nachten kort werden en het improvisatietalent op de proef werd gesteld. Met als grootste onverwachte gebeurtenis toch wel deze.
Op woensdagochtend vertelde onze auto ons met een hele duidelijke foutmelding, pontificaal in beeld, direct na het starten, dat hij het niet meer ging doen. ‘Direct uitzetten graag, en een monteur bellen’, zo luidde ongeveer het advies op het display. Onze uiterst betrouwbare, uiterst comfortabele, nooit-iets-mee-aan-de-hand-auto, vijf jaar oud, die mogelijk nog verkocht gaat worden om onze grote plannen op het zomereiland mede te financieren, hield er op eens mee op. En niet een beetje ook. De volkswagenanwbmonteur die binnen een half uur ter plekke was, kon er helemaal niets mee. Dus werd het voertuig opgehaald om naar een garage te worden gebracht. Daar constateerde men feitelijk dat de auto ’technisch total-loss’ was, al gebruikte men daar een wat klantvriendelijker woord voor. Zomaar ineens, zonder enige aankondiging: Het hele electronische hybridesysteem, inclusief accu, volslagen kapot en volledig te vervangen . Een reparatie van meer dan 7.700 (!) euro. Dat konden we er nog wel bij hebben na alle bedragen die hier op La Palma onlangs nog door de lucht naar beneden kwamen dwarrelen.
En zo bracht ik mijn twee dagen werkend door in Almelo, niet meer aan de auto denkend, terwijl Ruud hele dagen aan het bellen en mailen was met de dealer en met de importeur van Volkswagen in Nederland.
Half verdoofd van slaaptekort (ik) en autostress (Ruud en ik) arriveerden we op vrijdagochtend terug op ons eilandje. Daar bleek het regenbogendag te zijn. Op het hele eiland (we doorkruizen tijdens onze autorit vanaf het vliegveld, via het hondenpension in Breña Alta naar het Boeddhahuis in Puntagorda, ongeveer het hele eiland diagonaal van zuidoost naar noordwest), op het hele eiland regende het steeds net wel, net niet. Daardoor werden we onderweg getrakteerd op de meest prachtige regenbogen. Bovenstaande foto is de enige die een beetje gelukt is, met mobiel, vanuit een rijdende auto. Je ziet de regenboog boven de gehuchtjes rondom El Paso, met de zuidelijke helling en de top van de Pico Bejenado op de achtergrond. Het voelt steeds zo supergoed om over ons mooie eiland weer terug te rijden naar huis, na een verblijf in Nederland. Daar werden we weer blij van.
Nog blijer werden we in de loop van de middag. Ruud ontving een telefoontje vanuit Nederland met de verlossende mededeling van Volkswagen dat de volledige reparatie onder de garantieregeling gaat vallen. Pak van ons hart. Deze nieuwe tegenvaller zou er één teveel zijn geweest. In elk geval gevoelsmatig.
Ons opgeluchte gevoel werd versterkt door het effect van een nieuwe regenboog vlakbij ons huis, pal boven het hoofd van onze Boeddha. Zo kan het gaan soms in het leven van twee bijna-landverhuizers.