Dit is Sanne. De kleinste van onze drie honden. Ze ziet er lief en schattig uit. Ze ís ook lief en schattig. Aanhankelijk. Speels. Grappig. Slim. Alert. Een ideaal huishondje. Daar hebben we er overigens drie van. De één is nog idealer dan de ander.
Maar. Dit zijn achtereenvolgens: Nancy de Kip, een mannetjeshagedis, een muis uit de achtertuin van het Boeddhahuis en een duif uit diezelfde tuin (er groeiden op de dag dat de foto werd gemaakt toevallig paardenbloemen in de tuin, komt bijna nooit voor).
Deze vier dieren hebben een heel ander beeld van onze kleine, grappige, vertederende Sanne. Allevier kunnen zij hun laatste ontmoeting met ons grappige, onschuldige hondje namelijk niet meer navertellen. Op La Palma is duidelijk geworden dat SuperSanne echte killerkills bezit, als we even niet opletten! Of we dat nou leuk vinden, of niet. Sanne is een jachthond. En haar bloed kruipt, waar het niet gaan kan.
Dit is Auke. De Grote Leider van het hondensmaldeel in ons huis. Zijn leiderschap berust op brute spierkracht, niet op intellect. Zijn troon wankelt daarom voortdurend, want zijn beide onderschikte dames hebben wél hersens, en gebruiken die ook voortdurend. Maar vooralsnog is Auke, als het erop aankomt, met zijn spieren de denkkracht van de dames de baas.
Dit is de enige prooi die Auke tot dusver heeft weten te verschalken.
Broer en Zus. Veruit de allergrootste en één van de allerkleinsten uit een nest van elf. Een wereld van verschil. Let niet op de buitenkant. Schijn bedriegt.
Kleine rectificatie: nooit te stellig zijn in een bericht. Ook onze Auke had vanochtend zijn eerste hagedis te pakken. Ruud zag het staartje nog net uit zijn mond komen. Zijn hagedissen nou zo dom of is hier sprake van een hele steile leercurve?
Het is nog wel verantwoord om Daan mee te nemen? 😉
Hij moet een helmpje op. En we geven hem een wapen.