Aan de achterkant van de Matos, dat is van ons uit gezien de kant van de oceaan, loopt een weggetje halverwege de helling. Je kunt het vanuit de verte duidelijk zien liggen, maar Ruud en ik kwamen er nooit achter waar het beginpunt van de weg lag en hoe je er dus op kon komen. Kom op, dachten we. Nu we we er toch zijn, wagen we er een expeditie aan om het mysterie op te lossen.
Het begin van het weggetje hebben we gevonden. Voorbij het groepje drakenbomen, juist ten noorden van het aardappelveldje. De eerste vijfhonderd meter van het zandpad zijn overwoekerd door struikgewas. Vandaar dat we het beginpunt nooit konden vinden.
Aan de achterkant van de Matos is het overweldigend mooi. En er komt echt niemand! Op maar een stief kwartiertje lopen vanaf huis. Kennelijk had het op deze plek een paar dagen geleden geregend, want de hellingen waren begroeid met groen gras. We hebben zeker een half uur lang in de zon in het gras gezeten. Staren naar de oceaan. Met zoute pinda’s. Zeker weten dat dit voor mij in de toekomst een van de plekken zal zijn, waar ik met regelmaat even zal gaan zitten.
De weg die achter de Matos langs gaat, loopt uiteindelijk dood. We moesten dezelfde route terugnemen. Doorgaan offroad was niet verantwoord. De helling was te steil.