Het is alweer even geleden, sinds ik de vorige blogpost schreef. Oorzaak: een reis naar Nederland. Veel werk voor het administratiekantoor in maart. Een aanval van (tijdelijke) oververmoeidheid. En een hele leuke serie op tv waar de avonden aan op gaan.
Laten we maar met de wereldreis beginnen. Tussen 13 maart en 20 maart was ik in Nederland. Het was hoog tijd om mijn moeder op te zoeken die begin maart 80 was geworden. Ik ging alleen op pad. Met twee op reis is momenteel te duur, vanwege de kosten van het omvliegen (nodig omdat de rechtstreekse vluchten tussen La Palma en Nederland zijn opgeschort) en de kosten van de benodigde coronatesten om in en uit Nederland, cq Spanje te komen. Bovendien speelde er op onze finca van alles rond De Langverwachte Aansluiting op Het Electriciteitsnet, zodat minstens één van ons op La Palma moest blijven om alles in goede banen te leiden en voor elkaar te krijgen. Dat is overigens gelukt, maar meer daarover in het volgende blog.
De wereldreis in vogelvlucht: Heenweg. Met Iberia van La Palma naar Madrid. Met Iberia van Madrid naar Düsseldorf. Van daaruit met de Taxi naar ons woonadres in Nederland. Reistijd van deur naar deur: veertien uur. Pfff. Terugweg. Met de taxi naar Schiphol. Met Transavia naar Gran Canaria. Vier uur wachten op Gran Canaria. Met een propellorvliegtuigje van BinterCanarias van Gran Canaria naar La Palma. Reistijd van deur tot deur: zestien uur en een kwartier. Pfff. Pfff. Ook bij ons gaat de Covid niet in de koude kleren zitten. Het wordt tijd om met z’n allen een claim in te dienen in Peking. Waar blijft die Stichting CoronaClaim? Zouden ze daar voor open staan in het land van Alibaba, denk je? Zullen we anders gewoon met z’n allen Alibaba gaan boycotten?
Op zondagavond was dít mijn zonsondergangmomentje, vanuit het raam van mijn slaapkamer in Renswoude.
Ruud stuurde deze foto’s van zíín zondagavond-zonsondergang-momentje. Grrrr. Heimwee. Al na één dag in het vaderland.
Maar het was goed om eindelijk weer even terug te kunnen zijn. Nog een beetje verjaardag vieren met mijn moeder, natuurlijk. Bijpraten. Wat klusjes doen. Toch ook wel weer veel werk te doen, helaas. (Tegelijkertijd is het natuurlijk zo dat zonder dat werk het leven toch een stuk lastiger zou zijn). En het was erg wennen om opeens rond te lopen in een lockdownland. Maar ook: zes keer achter elkaar ‘Bartje’ eten met mijn moeder en met de ouders van Ruud. Thuis wordt ‘Bartje’ (=aardappelen, groente en vlees, zoals het hoort) grotendeels gedwarsboomd door de voorkeuren van Ruud. Nu werd ik getrakteerd op zes keer een feestmaaltijd. Zés opeenvolgende dagen! Mét jus erover 🙂 .
De essentiële voorraden die nodig zijn voor een rimpelloos bestaan op ons zomereiland konden weer worden aangevuld. Eindelijk. Net op tijd! De paradontax (die je hier uitsluitend in hele kleine, dure tubetjes bij de apotheek kunt krijgen) was bijna op. De smaak van drop en nasi-met-satésaus al bijna vergeten.
En dan viel er in het vaderland ook nog te te kiezen wie er vanaf ongeveer einde zomer voor een tijdje in Het Torentje mag gaan werken. Door toeval viel mijn verblijf samen met de stemmingsdag(en). Ruud kon mij geen volmacht meegeven, want daarvoor had ik zijn paspoort moeten meenemen. Dat vonden we te link. (Zo’n terugvlucht kan altijd weer gecanceld worden, tegenwoordig). Maar míjn stem werd geteld…
Voor mijn partij, de voormalige brede volkspartij voor arbeiders, moest ik flink naar rechts op het enorme verkiezingsvel. Dat is wel eens anders geweest, en dat is nog niet zo heel lang geleden. Een treurige uitslag werd het voor de partij van mijn keuze. Definitief geen brede volkspartij meer, vrees ik. Moet je jezelf ook maar niet ‘voor de Arbeid’ noemen en uitsluitend academici op je kieslijst zetten. Eigen schuld, dikke bult. (Maar ik moet er nog steeds op stemmen van me zelf, omdat ik denk dat dat goed is voor het land waar naar toe ik nog steeds heen-en-weer wil gaan.)
Ruud bleef intussen maar plaatjes sturen. Terwijl ik in Nederland was, maaide hij alle zeven terrassen van de finca weer eens. Daar krijg je deze plaatjes van.
Ik ben nu alweer ruim tien dagen terug op het zomereiland. Maar nu pas tijd voor een blog. Ik was moe! Van lange werkdagen sinds het begin van dit jaar. Van de wereldreis, heen en weer. Van de corona. Van het lange wachten op personen en instanties hier op ons SlowmotionEiland. Van het duwen, trekken en sleuren aan ons bouwproject dat steeds weer op mitsen en maaren stuit, mitsen en maaren die overigens tot op heden altijd wel weer goed komen, maar nooit vanzelf goedkomen.
Afgelopen weekend heb ik alleen maar geslapen en helemaal niets gedaan. Dat heeft geholpen. Inmiddels is het batterijtje weer wat opgeladen. Ruud en ik organiseren de komende tijd nog wat langere oplaadmomenten, om ongelukken te voorkomen. In juni nemen we drie weken vakantie.
En dan is er nog een tv-serie die ons van de straat houdt. Als je elke avond twee afleveringen bekijkt, blijft er weinig tijd over voor iets anders. The Expanse. Sf, spanning en onnavolgbare plotwendingen met elke tien minuten een crisis. Vrolijk word je er niet van. Maar toch. Gaat het zien!
Morgen of overmorgen weer verder. Dan zal ik een korte update geven over hoe dat bouwproject van ons er nu eigenlijk voorstaat.